LETS deventer

Een metafoor


Het goede leven (Naar een verhaal in ‘Walking the Razor's Edge’. Foto: Luis Cabello

(Gejat van de site van LETS-Emmen. Met dank!)


Een Nederlandse ondernemer en zijn tolk zagen een jaar of wat geleden hoe in Portugal een visser zijn kleurige bootje het strand liet oplopen. Op de bodem van de sloep, veel meer was het niet, lagen enkele tientallen sardines. De ondernemer merkte op dat de vis er prachtig uitzag en vroeg hoeveel tijd het hem had gekost om ze te vangen.

"Niet zo veel" luidde het vertaalde antwoord. "Maar waarom", liet de zakenman vragen, "blijf je dan niet wat langer op zee? Dan vang je immers meer vis!" Het antwoord van de visser was dat hij vandaag genoeg had gevangen om in het levensonderhoud van zijn gezin te voorzien. Dit maakte de Nederlander nieuwsgierig naar de verdere dagindeling van de visser. Die vertelde: "Meestal sta ik laat op. Eerst ga ik een beetje vissen. Nadat ik de vis heb weggebracht eten mijn vrouw Elisabete en ik een hapje. Dan houden we sesta. Of siësta, zoals jullie buitenlanders zeggen". "Later op de middag", zo ging hij verder, "speel ik met onze kinderen, wanneer die thuiskomen. 's Avonds nemen we alle tijd om samen te eten. Daarna kuieren Elisabete en ik een beetje door het dorp". "Nog later op de avond" voegde hij er met een glimlach aan toe "drink ik met vrienden een glas wijn. Daarbij maken we meestal muziek, of spelen we kaart. U ziet: mijn dagen zijn goed gevuld".

Nu stelde de Nederlander zich voor: "ik heb een MBA bedrijfskunde, gehaald aan de Erasmus Universiteit. Ik weet zeker dat ik u van dienst kan zijn". Om te verduidelijken wat hij bedoelde, rekende hij voor hoe de man dagelijks zes uur langer zou kunnen vissen. Dat zou hem in staat stellen een grotere en snellere boot te kopen. Na enige tijd zou hij van de extra opbrengst een tweede boot kunnen kopen en vervolgens een derde. Uiteindelijk zou hij een vloot bezitten. In plaats van zijn vis aan een handelaar te verkopen zou hij tegen die tijd zaken doen met de visverwerkende industrie, zo zijn marge vergrotend. Een volgende logische stap zou het openen van een conservenfabriek zijn. "Zo houd je aanvoer, verwerking èn distributie van de sardines in eigen hand" ging de ondernemer verder. "Uiteraard zul je dit gehucht moeten verlaten. Ik denk dat je al snel vanuit Porto zult werken, later zelfs vanuit de grootste vissershavens zoals Vigo en IJmuiden. Tegen die tijd wonen jullie meer centraal, in Parijs bijvoorbeeld."

De visser informeerde hoeveel tijd met dit alles gemoeid zou zijn. "Een jaar of vijfentwintig" was het antwoord. "En dan?" wilde de man weten. "Op een geschikt moment kondig je een beursgang aan en verkoop je de boel" glom de ondernemer. Terwijl hij de visser enthousiast op de schouder sloeg, voegde hij daaraan toe: "zo verdien je miljoenen, man!" "Miljoenen? Wat moet ik daarmee?" De Nederlander schetste een beeld van het goede leven: "je verhuist naar een onbedorven plaatsje aan zee. Daar slaap je uit zo vaak je wilt. Je vult de rest van de dag met leuke dingen - een beetje vissen, spelen met jullie kleinkinderen, sesta met Elisabete - wát je maar wilt. Af en toe een wandelingetje naar het dorp waar je met vrienden een wijntje drinkt en een kaartje legt, of misschien muziek maakt. Ìk zou tekenen voor zo'n leventje!"